Bronchiolitis (RSV): symptomen, behandeling en preventieve maatregelen

Bronchiolitis is een frequent voorkomende infectie van de kleinere luchtwegen van zuigelingen tot de leeftijd van twee jaar. Het komt bijna uitsluitend voor in de herfst- en wintermaanden als epidemie.

De oorzaak is altijd een virus, meestal RSV, maar andere virussen kunnen ook verantwoordelijk zijn. Geen enkele behandeling is doeltreffend (noch aerosols, noch kinesitherapie, noch antibiotica, noch slijmoplossende siropen). Het voornaamste is dat het kind voldoende gevoed wordt, niet uitdroogt en niet uitgeput raakt.

De eerste tekenen lijken op een banale verkoudheid en kunnen één tot twee dagen duren:

• neusloop en neusverstoptheid
• beetje hoesten en kuchen
• soms wat koorts.

Nadien volgen de echte tekens van bronchiolitis:

• sneller ademen
• minder eten
• luidruchtig uitademen met piepend geluid, soms indruk veel slijmen
• duidelijke intrekkingen van borstkast en buik bij elke ademhaling
• koorts.

Zuigelingen met bronchiolitis zijn op zijn slechtst de tweede en derde dag en kunnen ademhalingsmoeilijkheden hebben tot zeven à tien dagen, sommigen zelfs tot 15 dagen. Nadien blijven zij soms nahoesten gedurende twee tot vier weken.

• Niet roken!
• Geen enkele specifieke behandeling (zoals aerosols, puffers, kinesitherapie, antibiotica, slijmoplossende siropen) helpt bij bronchiolitis.
• Je baby moet zoveel mogelijk rusten en met rust gelaten worden.
• Geef frequent kleinere hoeveelheden melk of water.
• Als de neus verstopt is, kan je de neus spoelen met fysiologisch serum, de slijmpjes in de neus zachtjes aspireren met een neuspeertje en nadien drie keer per dag Nesivine toedienen gedurende maximum vijf dagen.

Wanneer je baby uitgeput lijkt, niet meer voldoende drinkt, of wanneer hij jonger dan drie maanden oud is, moet je naar de dokter gaan om een ziekenhuisopname te overwegen. Tijdens een opname zal hij waarschijnlijk gemonitord worden, een maagsonde krijgen en extra zuurstof krijgen. Verpleegkundigen laten het kind zoveel mogelijk rusten en maken regelmatig de neus van het kind schoon.

1. Beperk bezoeken bij je kind tot zeer nabije, niet-zieke volwassenen. Zoenen geven of het kind doorgeven van arm tot arm is sterk afgeraden. Laat bezoek van jonge kinderen aan zuigelingen jonger dan drie maanden niet toe.
2. Vermijd familiebijeenkomsten, drukke en afgesloten plaatsen zoals supermarkten, restaurants of het openbaar vervoer zoveel mogelijk, vooral als het kind nog geen drie maanden oud is.
3. Houd andere broers of zussen, die symptomen van een virusinfectie vertonen, uit de buurt van de baby tijdens de acute fase van de infectie.
4. Laat je kind niet naar het kinderdagverblijf gaan voor hij drie maanden oud is, en stuur je kind niet naar kinderdagverblijven op dagen dat hij symptomen van een virusinfectie vertoont.
5. Was je handen voor en na contact met de baby (vooral bij het verschonen van de luier, het voeden, de fles of de maaltijd).
6. Draag een masker bij verkoudheid, hoest of koorts.
7. Verlucht dagelijks de leefruimte van het kind, vooral de kamer waar het kind slaapt.
8. Was speelgoed en knuffels regelmatig.
9. Plan zonder aarzelen zijn eerste vaccinaties, zodat de baby zo snel mogelijk beschermd is tegen ernstige infecties in de vroege kinderjaren.
10. Wees up-to-date met je eigen vaccinaties tegen kinkhoest. Laat je vaccineren tegen griep (idealiter tijdens de zwangerschap in het epidemische seizoen).