AZ Maria Middelares & AZ Sint-Vincentius Deinze, waarom samen verder? Lees het hier.

Aandoeningen & ziekten

Carpaal tunnel syndroom

Wat is het?

Wat is het?

Carpaal tunnel syndroom wordt veroorzaakt door een inklemming van de handwortelzenuw of nervus medianus ter hoogte van de carpaal tunnel. De carpale tunnel of het handwortelkanaal wordt in de bodem omgeven door de handbeentjes en aan de bovenzijde overspannen door het transvers carpale ligament. Het is een zeer frequente aandoening en komt voor bij ongeveer 5% van de populatie.

Symptomen

Symptomen
  • Je merkt tintelingen en gevoelloosheid in de vingers of hand op. Meestal zijn deze tintelingen voelbaar in de wijsvinger, middelvinger, ringvinger of duim.
  • Je ervaart pijn of een branderig gevoel in bovengenoemde vingers. In sommige gevallen straalt deze pijn uit naar de onderarm. Het voorkomen van nachtelijke pijn is zeer typisch voor het carpaal tunnel syndroom.
  • Er kan zwakte in de handspieren optreden, waardoor je een verminderde gripkracht ervaart. Sommige mensen hebben moeite om fijne motorische taken uit te voeren (bv. dichtdoen van knopen).
  • Sommige patiënten ervaren vooral een gezwollen hand of ervaren een kramp in de volledige hand nachtelijk of bij het werken.

Oorzaak

Oorzaak

Deze symptomen kunnen zich geleidelijk aan ontwikkelen en zijn het gevolg van de druk op de handwortelzenuw in de carpaal tunnel.

Vaak wordt er geen specifieke oorzaak voor het carpaal tunnel syndroom gevonden. Bij de meeste mensen is er wel een genetische aanleg. Bij sommige mensen worden hormoon- en stofwisselingsstoornissen gevonden, zoals schildklierlijden of diabetes.

Carpaal tunnel syndroom kan ook acuut optreden, bv. na een trauma of zwelling in de pols.

Lees verder onder de afbeelding.

Diagnose

Diagnose

De diagnose wordt gesteld door uw arts door het combineren van klinische testen en uitlokkingstesten.

De diagnose kan bevestigd worden met een EMG-onderzoek of geleidingsonderzoek, doch houdt er rekening mee dat tot 20% van de EMG onderzoeken vals negatief kunnen zijn.

Bij twijfel kan er gebruik gemaakt worden van gespecialiseerde echografie, waarmee de insnoering van de zenuw gezien kan worden

Behandeling

Behandeling

Carpaal tunnel release is een chirurgische ingreep die wordt uitgevoerd om de druk op de mediane zenuw in de carpaal tunnel te verminderen. Deze procedure wordt overwogen wanneer niet-chirurgische behandelingen onvoldoende verlichting bieden voor de symptomen.

Er worden drie operatieve technieken aangeboden binnen ons team. Al deze ingrepen worden via een dagopname in het ziekenhuis uitgevoerd en verlopen onder lokale of regionale verdoving. Indien je een algemene narcose wil, dan is dit mogelijk, maar het verlengt wel de opnameduur gedurende de dag.

Dit is de meest klassieke procedure voor carpaal tunnel operatie, welke wereldwijd nog steeds het meeste uitgevoerd wordt. De chirurg maakt een insnede in de handpalm (van ongeveer 3 tot 4 cm) ter hoogte van het carpale ligament. De chirurg opent het ligament zorgvuldig waardoor de middelste zenuw niet langer wordt afgekneld. Daarna sluit de chirurg de huid met enkele hechtingen. Je krijgt een handverband om. Na de operatie mag je je hand onmiddellijk bewegen.

De handchirurgen in Maria Middelares hebben een grote ervaring met deze minimaal invasieve operatieve techniek. Bij deze minder invasieve methode wordt een gaatje gemaakt in de huid van de polsplooi. Het carpale ligament wordt daarna van binnenuit geopend (met behulp van een camera) met een endoscopisch mesje. Daarna moet de huid niet gesloten worden met hechtingen. Het wondje geneest spontaan na enkele dagen. Na de operatie mag je je hand onmiddellijk bewegen. Deze techniek kenmerkt zich door een heel snel herstel van de patiënt.

Deze techniek is de minst invasieve van de drie operatieve technieken. De ingreep gebeurt via een minimale incisie in de polsplooi, welke geen hechtingen nodig heeft nadien. Echter komt niet iedereen in aanmerking voor dit type ingreep. Dit kan met je arts besproken worden tijdens de consultatie.

Voorbereiding van je opname

Voorbereiding van je opname

Om je gezondheidstoestand voor de ingreep goed te kennen, moet je een vragenlijst invullen. Je behandeld arts beslist samen met jou of je dit via de vooropnamebalie in het ziekenhuis of via het digitaal patiëntenplatform MijnZiekenhuis doet.

Twee werkdagen voor je ingreep belt een medewerker van het ziekenhuis je op om het uur mee te delen waarop je verwacht wordt in het ziekenhuis.

Dag van je opname

Dag van je opname

De ingreep vereist een dagopname. Dat betekent dat je de dag zelf nog terug naar huis kan en niet hoeft te overnachten in het ziekenhuis.

Kom op de dag van je opname op het afgesproken uur nuchter naar het ziekenhuis en meld je je met je identiteitskaart aan via één van de e-kiosken in het atrium (inkomhal).

Je krijgt via de e-kiosk een ticket met een volgnummer op dat wordt geprojecteerd op de digitale schermen in het wachtpunt. Een medewerker vervolledigt je dossier en je krijgt een zorgbandje om met je naam, voornaam en geboortedatum op. Daarna verloopt je opname via de OK-onthaallounge.

In het operatiekwartier word je voorbereid op de ingreep. De ingreep gebeurt meestal onder lokale verdoving. De anesthesist komt hiervoor bij je langs. Als je nog vragen hebt over de verdoving of de ingreep, kan je die zeker nog stellen.

Na de ingreep kom je terecht in onze aangename recovery lounge. De verpleegkundige controleert je vitale parameters terwijl je uitrust van de operatie. Deze procedure bevordert een snelle en aangename ontslagprocedure, waardoor je vlot het ziekenhuis kan verlaten.

Nazorg

Nazorg

Na de operatie krijg je een handverband om. Drie tot vijf dagen na de operatie kan je het handverband verwijderen. Daarna bedek je de wonde met een eenvoudige pleister.

  • Open carpaal tunnel release: laat de hechtingen na 12 tot 14 dagen na de operatie verwijderen.
  • Endoscopisch carpaal tunnel release: de wonde geneest spontaan na enkele dagen.

Beweeg je vingers na de operatie onmiddellijk. Je kan je hand snel terug gebruiken voor eenvoudige taken. We adviseren wel om gedurende vier weken geen zware gewichten te heffen met de geopereerde hand, zeker niet met een gebogen pols. Vermijd ook trekken met de vingers.

De tintelingen in de vingers verbeteren bij de meeste patiënten vrij snel na de ingreep. De handpalm en het litteken kunnen soms gevoelig blijven tot drie of vier maanden na de ingreep. Het kan ook zo lang duren voor de kracht in je hand volledig terugkeert. Bij ernstige vormen verbetert de zenuwfunctie pas meer dan een jaar later. Soms treedt er zelfs geen volledige recuperatie meer op. Stel een behandeling daarom niet te lang uit.

Mogelijke complicaties

Mogelijke complicaties

Als er te veel zwelling optreedt, kan een afknellend verband of gips voorkomen. Indien bovenstaande adviezen niet helpen, kan je de windel relaxeren of het handverband afnemen. Ook de windel bij een open gips kan gerelaxeerd worden.

Het postoperatieve handverband vangt een eventuele nabloeding op. Ook hoogstand van het hand en ijs kan helpen. Ontstekingsremmende medicatie kan, maar gebeurt steeds in overleg met je arts.

Deze complicatie treedt zeer zeldzaam op, maar toch frequenter bij rokers en diabetespatiënten. Neem contact op met je arts of de dienst spoed bij sterk toenemende pijn, koorts (> 38,5 °C), een etterende wonde of toenemende en uitbreidende roodheid.

Heel uitzonderlijk treedt er tijdelijk gevoelsverlies op in de vingers.

  • Open carpaal tunnel release: bij 0,49 % van de patiënten
  • Endoscopisch carpaal tunnel release: bij 0,19 % van de patiënten

Wondheling

Wondheling

Hier volgen enkele richtlijnen om je herstel zo vlot mogelijk te laten verlopen. Als je bijkomende vragen hebt, aarzel dan niet je behandelend arts of team te contacteren.

Je kreeg een incisie ter hoogte van de handpalm over 3 à 4 cm. Deze werd gesloten door middel van enkele hechtingen en afgedekt met een handverband.

Dit handverband mag je ter plaatse laten tot bij je eerste controle.

De hechtingen dienen 12 tot 14 dagen na je ingreep verwijderd te worden. Hiervoor kan je terecht bij je huisarts.

Je kan na je eerste controle douchen met een waterbestendige pleister.

De ingreep gebeurde door middel van een minimale incisie van ongeveer 1 cm. De incisie werd gemaakt volgens de huidlijnen van Langer, wat zorgt voor een minimaal litteken.

Deze incisie wordt opengelaten en bedekt met een handverband. Het voordeel hierbij is dat een eventuele nabloeding spontaan kan evacueren in het verband en er ook geen hechtingen dienen verwijderd te worden.

Je verband mag dicht blijven tot bij je eerste controle, waarna het vervangen zal worden door een waterbestendige pleister. Deze pleister mag ter plaatse blijven tot 10 dagen na de ingreep en dient enkel vervangen te worden indien deze bevuild of losgekomen is.

Indien er toenemende roodheid of blijvend wondvocht aanwezig is of je twijfelt over je wonde, neem dan contact op met het secretariaat orthopedie of je huisarts voor een wondevaluatie.

Mobilisatie

Mobilisatie

Het is van groot belang om je vingers en duim zo normaal mogelijke te bewegen na de ingreep. Sluit hiervoor je hand volledig waarbij de vingers in het verband worden geduwd. Nadien strek je de vingers opnieuw.

Dit zorgt voor een goede circulatie en heeft een gunstig effect op de pijn. Het is normaal dat dit de eerste uren en dagen na je ingreep nog stroef aanvoelt.

Nerve gliding oefeningen dienen uitgevoerd te worden om te voorkomen dat de zenuw verkleeft in het postoperatieve littekenweefsel.

Een goede oefening bestaat uit het strekken van de arm en het naar achter brengen van de hand tot je de zenuw voelt rekken tot in de vingers. Gelijktijdig breng je je hoofd naar de andere kant voor een maximale stretching.

Zoals eerder vermeld is een snelle mobilisatie van cruciaal belang in je revalidatie. Toch zijn er enkele beperkingen, namelijk gecombineerde krachtige buigingsbewegingen van de pols en vingers. Deze kunnen leiden tot een stevige pijnscheut doordat de buigpezen tussen het gekliefde carpale ligament terecht kunnen komen.

Voorbeeld van deze beweging is het dragen van een zware boodschappentas of intieme hygiëne na een toiletbezoek, hiervoor gebruik je best je andere hand.

Deze bewegingen dienen gedurende 4 weken vermeden te worden.

Verwacht verloop

Verwacht verloop

De (nachtelijke) tintelingen en slapende vingers zijn meestal verdwenen onmiddellijk na de ingreep.

Bij reeds ernstige of lang bestaande zenuwinklemming kunnen tintelingen of gevoelsstoornissen langdurig aanwezig blijven. De zenuw heeft in dit geval meer recuperatietijd nodig. Dit kan zeker 4 tot 6 maanden duren. In extreme gevallen is er onomkeerbare zenuwschade.

Bij 44% van de patiënten treedt na enige tijd een gevoeligheid op in de handpalm en duimmuis (= pillar pain). Dit is een normaal verschijnsel en is te wijten aan het helingsproces. Deze hinder verdwijnt spontaan na 4 maanden.

De kracht in je hand normaliseert na 3-4 maanden bij zenuwrecuperatie.

Brochures postoperatieve richtlijnen

Brochures postoperatieve richtlijnen

Behandelende centra & specialisaties

Behandelende centra & specialisaties

Laatste publicatiedatum: 02/07/2024