Anesthesie bij een bevalling of keizersnede

Een ruggenprik of ‘epidurale verdoving’ kan een welgekomen verlichting van de pijn bieden. De pijnstillende medicatie die toegediend wordt bij een ruggenprik is nooit schadelijk voor het kindje, niet tijdens de bevalling en ook niet na de geboorte. Ook voor je eigen gezondheid of voor je rug is een ruggenprik niet schadelijk. Bovendien zal je zelf weinig last ervaren bij het plaatsen van de ruggenprik.

Een epidurale neemt het pijngevoel weg in de onderste helft van het lichaam. Door op de drukknop van de pijnpomp te duwen kan je heel eenvoudig zelf de pijnstilling regelen naargelang van je eigen behoefte. Op die manier wordt je pijn weggenomen maar zal je in de meeste gevallen nog voldoende kracht in je benen behouden. Zo kan je rechtstaan, zitten op handen en knieën, en meestal zelf naar het toilet gaan. Omdat een klein krachtsverlies in de benen mogelijk is vragen we je om enkel onder direct toezicht van een vroedvrouw of je partner rond te stappen. Deze vorm van de ruggenprik - ook wel walking epidural genoemd - verschilt sterk van de vroegere versie waarbij sterkere dosissen pijnstilling gegeven werden. Toen had de zwangere vrouw geen voldoende kracht meer om zelf nog rond te stappen, nu gelukkig wel.

Indien een bevalling niet volgens plan verloopt en er een keizersnede nodig is, zal de anesthesist via de epidurale katheter een sterker pijnstillend mengsel toedienen. Dit is nodig omdat een keizersnede een operatie is. Je zal je benen dan nog moeilijk kunnen bewegen. Een algemene verdoving (narcose) is voor een keizersnede zelden nodig.

Voor bijkomende informatie kan je steeds beroep doen op onderstaande brochure.

Iets fout of onduidelijk op deze pagina? Meld het.
Laatste publicatiedatum: 13/08/2024
Verantwoordelijk auteur: Dr. Vanoverschelde Henk