Bekkenbodemtherapie

Wat is het?

Bekkenbodemtherapie bestaat uit het aanleren van een goede controle over de bekkenbodemspieren. Er wordt ook advies gegeven voor een correcte plas- en stoelganghygiëne.

Bekkenbodemtherapie wordt gegeven aan volwassenen en aan kinderen.

De therapie kan enkel gestart worden na advies en doorverwijzing van een arts

Wanneer aangewezen?

Bij volwassenen

Bij volgende problemen is bekkenbodemtherapie aangewezen bij volwassenen:

Urinaire problemen

Stress- of inspanningsincontinentie: urineverlies bij hoesten, lachen, niezen, heffen, sporten.
Urge en/of urge-incontinentie: een plots, aanhoudend, ongewild urineverlies.
Te weinig of te veel plassen (6 à 8 plasbeurten zijn normaal).
Frequente blaasontstekingen.

Pijn

Pijn ter hoogte van de bekkenbodemregio.
Pijn bij betrekkingen.

Stoelgangproblemen

Constipatie: als je hardnekkig moet persen en minder dan drie keer per week harde stoelgang hebt.
Stoelgangverlies (vast of vloeibaar).

Bij kinderen

Urinaire problemen

Broekplassen: als je kind (ouder dan 4 jaar) overdag regelmatig ongelukjes heeft, zelfs druppelverlies.
Bedplassen: als je kind (ouder dan 6 à 7 jaar) ‘s nachts nog niet droog is.
Frequente blaasontstekingen.
Te weinig of te veel plassen (6 à 8 plasbeurten zijn normaal).
Dagelijks, meermaals ‘dringend’ moeten plassen.

Stoelgangproblemen

Constipatie: als je kind hardnekkig moet persen en minder dan driemaal per week harde stoelgang heeft.
Bij stoelgangverlies of vuile strepen in het onderbroekje.

Verloop behandeling

Hoe gaan we te werk?

De behandelende arts schrijft een voorschrift.
De therapie start met een informatief gesprek.
Eventueel wordt blaas- en/of stoelgangtraining gestart.
De bekkenbodemspieroefeningen worden uitgelegd.
Deze oefeningen worden eventueel uitgevoerd met behulp van een biofeedbacktoestel.
De patiënt komt een- of tweemaal per week op therapie.
Een thuisprogramma met oefeningen is noodzakelijk om resultaat te hebben.