AZ Maria Middelares & AZ Sint-Vincentius Deinze, waarom samen verder? Lees het hier.

Onderzoeken & behandelingen

YAG-laser perifere iridotomie

Wat is het?

Wat is het?

Glaucoom is een oogziekte waarbij de vezels van de oogzenuw geleidelijk aan verloren gaan, meestal door een verhoogde oogdruk. De oogdruk moet (blijvend) worden verlaagd en/of plotse drukstijgingen moeten worden voorkomen. Hiervoor kan een perifere iridotomie worden toegepast.

Oorzaak van een glaucoom

In het oog wordt vocht (kamerwater) aangemaakt voor de voeding van het hoornvlies en de lens. Dit kamerwater verlaat het oog ongemerkt via een afvoer die zich bevindt op de grens van het oogwit (sclera) en het gekleurde deel van het oog, de iris (regenboogvlies). Als deze afvoer (trabekelsysteem) minder goed werkt, kan het kamerwater moeizaam weg en neemt de druk binnenin het oog toe. De oogzenuw wordt hierdoor langzaam maar zeker beschadigd. Uiteindelijk merk je dit doordat er stukken uit het beeld (gezichtsveld) verdwijnen. Nog later wordt ook de gezichtsscherpte aangetast. Deze ziekte heet glaucoom en is onomkeerbaar. Deze kan alleen worden vertraagd.

Glaucoom wordt verdeeld in twee vormen: openkamerhoekglaucoom en geslotenkamerhoekglaucoom. Als jouw arts een perifere iridotomie wenst te maken, gaat het meestal om de tweede vorm.

Doel van de behandeling

Jouw oogdruk moet (blijvend) worden verlaagd en/of plotse drukstijgingen moeten worden voorkomen. Hiervoor kan een perifere iridotomie worden toegepast. Tijdens deze laserbehandeling wordt met een dunne lichtstraal (laserlicht) een klein gaatje in de iris gemaakt, wat een aanval van hoge oogdruk voorkomt. De behandeling heeft tot doel om de oogdruk laag te houden en daarmee het gezichtsveld en de gezichtsscherpte te behouden, niet om die te verbeteren. Omdat bij de meeste mensen de bouw van de twee ogen gelijk is (en risicofactoren dus worden gedeeld), wordt de laserbehandeling meestal aan beide ogen verricht.

Hoe verloopt het?

Hoe verloopt het?

Voor de behandeling

Ter voorbereiding op de behandeling krijg je druppels in jouw oog om de pupil te verkleinen en soms een tablet om de oogdruk preventief te verlagen. De druppels veroorzaken soms lichte hoofdpijn en maken dat je wat waziger gaat zien. Je krijgt ook een druppel die de oogdruk iets verlaagt. Na een half uur zijn de druppels goed ingewerkt.

De behandeling zelf

De laserbehandeling vindt plaats in een apart lokaal, in een donkere ruimte. Je zit op een stoel, waarbij jouw kin rust op een steun en jouw voorhoofd leunt tegen een band. De oogarts verdooft met oogdruppels het hoornvlies en je krijgt een contactlens op het oog. Dit is niet pijnlijk. Via de contactlens wordt met laserlicht een klein gaatje gemaakt in de iris (het regenboogvlies). De laserbehandeling is pijnloos en duurt slechts enkele minuten. De arts kiest er meestal voor om beide ogen niet op dezelfde dag te behandelen.

Resultaat

Een perifere iridotomie is vanaf de buitenkant van het oog niet zichtbaar. De behandeling lukt vrijwel altijd. Slechts bij uitzondering is er een herbehandeling nodig.

De behandeling heeft geen directe invloed op jouw zicht. Je zal na de behandeling dus niet beter gaan zien. Het doel is vooral om de oogdruk laag te houden.

Na de behandeling

Vanwege de oogdruppels en de behandeling is jouw zicht tijdelijk verminderd. Je kan na de behandeling dus niet zelf autorijden en moet bijgevolg een begeleider meenemen die je na de behandeling naar huis brengt.

Soms zal jouw arts ongeveer een uur na de behandeling nog eens jouw oogdruk willen controleren.

Na de laserbehandeling gelden geen specifieke regels. Mocht je oogdrukverlagende druppels en/of tabletten gebruiken, dan mag je hier onveranderd mee doorgaan. Wel gebruik je gedurende één week ontstekingsremmende druppels.

Controle

Na de laserbehandeling vindt de controle plaats op de polikliniek. De oogarts zal aangeven binnen welke termijn je op controle moet komen.

Centra & specialisaties

Centra & specialisaties

Iets fout of onduidelijk op deze pagina? Meld het.
Laatste publicatiedatum: 13/08/2024
Verantwoordelijk auteur: Dr. Vanwynsberghe David